Open Brief 14 november 2023

Open brief

De open brief van 70 experts kan je hier lezen.

Recht op antwoord

Geachte ondertekenaars van de open brief.

 

1. We danken je voor je reactie en het openen van de dialoog over de beweerde pseudowetenschappelijke basis van de KOBH-methode.

 

2. Hier ons standpunt en positie in dit conflict.

We vinden het belangrijk om te benadrukken dat onze visie en aanpak gebaseerd zijn op expliciet geformuleerde wetenschappelijke inzichten en afgeleide werkhypothesen met zeer hoge wetenschappelijke waarschijnlijkheid

(Evidence based theory, EBT). 

 

3. Het verschil in opvatting, (en hopelijk het misverstand) ligt naar onze mening in de (schijnbaar) tegenstrijdige invalshoeken bij het bepalen van de wetenschappelijke verantwoording van de therapie.  

Wij begrijpen dat, vanuit jullie objectief standpunt, therapeutische praktijken slechts wetenschappelijk verantwoord zijn voor zover hun effectiviteit statistisch bewezen kan worden. Men spreekt dan terecht van Evidence-Based-Practice (EBP)

Kenmerkend is dat deze geobjectiveerde werkwijze toegepast wordt op specifiek gediagnosticeerde problemen en defecten. 

Wij bevestigen hier dat ook wij, in essentie, overtuigd zijn van de noodzaak dat therapeutische behandelingen en andere vormen van hulp- en zorgverlening zo goed mogelijk wetenschappelijk verantwoord moeten zijn. 

 

4. Onze benadering heeft echter een breder georiënteerde wetenschappelijke theoretische fundering, nl. Evidence-Based-Theory (EBT). Ons denkkader, met zijn geïntegreerde werkhypothesen en afgeleide praktische toepassingen is stevig wetenschappelijk onderbouwd en verantwoord door een groot aantal uitgebreide, multidisciplinaire publicaties van ruim erkende gezaghebbende wetenschappers en denkers ((Merleau-Ponty, Edelman, Damasio,  …). (Zie bibliografische bijlage)

 

5. Bij de historische uitbouw en het operationaliseren van onze visie zijn we vooral uitgegaan van de talrijke inhoudelijk overlappende en samenlopende (convergerende) overtuigingen, conclusies en werkhypothesen van veel relevante ge-zaghebbende auteurs. 

 

6. Een voor onze visie cruciaal algemeen convergentiepunt is het consequent dynamisch systeemdenken, dat ons het gepaste kader biedt om te focussen op de georganiseerde intrinsieke functionele eenheid van lichamelijkheid, persoon, leefwereld, gedrag, ontwikkeling, cognitie, motoriek, motivatie, competentie, …

De leidende kerngedachte, die deze functionele samenhang van essentiële menselijke levensaspecten best samenvat en verduidelijkt, verwoorden wij als: ‘ieder mens (kind) leeft en beleeftpersoonlijk en autonoom, zijn lichamelijkheid in haar/zijn leefwereld’.

 

7. Onze manier van denken en werken (KOBH) richt zich dus op een omvattende systeem- en persoonsgerichte (= kindvolgende) analyse en aanpak. Dit in beweerde tegenstelling tot de algemeen gangbare strikt op defect- en remedie gerichte diagnostische en specifiek-taakgerichte benadering (EBP). 

 

8. Om in de huidige (onterechte) conflictsituatie een gerechtigde en werkzame consensus te vinden, is het essentieel om te erkennen dat de defectgerichte specifieke EBP-aanpak moeilijk als enig criterium kan gelden, om de wetenschappelijke fundering van de omvattende KOBH-benadering af te wijzen of te bevestigen

 

9. Het kenmerkende kerngegeven is, dat de KOBH de vaak hardnekkige defecten en afwijkingen niet specifiek en direct wil aanpakken. Integendeel, onze begeleiders-therapeuten richten zich consequent en methodisch op de oorzakelijke persoonlijk-lichamelijke context die voor elk kind aan de basis ligt van het (al dan niet) diagnostisch geïdentificeerd defect of onvermogen. Zo willen we de werking en het rendement van elk gedragssysteem verbeteren, individueel optimaliseren. Hierdoor wordt, ingebed in de geregistreerde opgewaardeerde leefkwaliteit, ook het vermelde defect mee diepgaand, gunstig en echt beïnvloed. 

 

10. Het zo bereikte effect van de eventuele verbeterde werking van het individuele gedragssysteem kan niet enkel volgens het enige criterium van de specifiek gerichte EBP geëvalueerd, bewezen of afgewezen worden. 

Dezelfde conclusie geldt voor de wetenschappelijke evaluatie van de complex gefundeerde KOBH-methode in haar geheel. 

 

11. Daarom is het niet juist om te eisen dat wij, om wetenschappelijk erkend te worden, verondersteld worden, op eigen gezag, de ruime wetenschappelijke basis van onze omvattende methode en werkhypothesen te bewijzen; en zeker niet uitsluitend aan de hand van EBP als enig criterium. 

 

12. Wij gaan ervan uit dat de wetenschappelijke basis van ons gedachtegoed al eerder gedragen en bewezen werd en wordt door het hoogstaande, ruim erkende wetenschappelijk onderzoek en gezag van belangrijke algemeen erkende auteurs en denkers. 

 

13. Historisch steunden wij kritisch op de persoonlijke verkenning van de beschikbare enorme wetenschappelijke achtergrond, om onze omvattende en tegelijk gedifferentieerde visie, methode,  werkhypothesen en begeleidingspraktijken geleidelijkverfijnd en doenbaar, uit te werken. Wij blijven deze inhouden en werkwijzen verder operationaliseren voor geldige, efficiënte en effectieve praktische toepassing.  

 

14. Ons basisprincipe: Voor echte brede en diepgaande verandering heeft elke persoon, elk kind, recht op een unieke prioritaire aanpak, die actueel aansluit bij haar/zijn specifieke behoeften en mogelijkheden. Dit betekent dat we speciaal focussen op de bijzondere identiteit van het kind als persoon, eerder dan op het beschrijvend diagnostisch etiket.

 

15. Wij spitsen onze therapeutische werkzaamheid toe op de systematische analyse en de gedetailleerde observatie van de eigenheid en de sterke en zwakke kanten van elk individueel gedragssysteem.  Zo ontdekken en begrijpen we wat het kind nu op de eerste plaats nodig heeft, en ook aankan

 

16. Deze actuele persoonlijke prioriteiten vormen voor de ontwikkelingsbegeleider-therapeut het principiële en logisch startpunt voor een zeer concrete persoonsgerichte dynamische ontwikkelingsbegeleiding (behandeling).

 

17. Tijdens de individuele behandeling wordt elk kind telkens weer geconfronteerd met uit elkaar voortvloeiende concrete, als haalbaar ervaren, uitdagingen. De daarop volgende succesbeleving door eigen inspanning activeert de intrinsieke motivatie en verhoogt het competentiegevoel.

 

18. De effectiviteit van deze positieve flow van aangepaste therapeutische begeleidingsmomenten kan (spijtig genoeg!) niet wetenschappelijk bewezen worden volgens de methode van het afgelijnd EBP-principe.

 

19. Samengevat: Ons voorstel tot aanvaardbare consensus beklemtoont en bepleit de feitelijke complementariteit van enerzijds de zekerheid van de EBP benadering en, anderzijds, de voordelen van de EBT-visie, die meer op de persoonlijke problematische levenscontext van het individuele kind gericht is. 

 

20. De erkenning van de essentiële onderlinge aanvulling van de EBP- en de EBT-invalshoeken verhoogd sterk de kans op een, objectief en subjectief, geïntegreer-de aanpak van de gediagnosticeerde problematiek binnen de levenscontext en de realiteitsbeleving van elk kind. 

 

21. Zo wordt ons credo, “Elk kind is uniek en heeft altijd gelijk”, respectvol in de gecombineerde therapeutisch-begeleidende praktijk geïntegreerd.

 

 

FJP Hendrickx
23 nov 2023